Parade doek (1917) – Op Picasso’s valgordijn zijn de harlekijnen en circusartiesten te zien van zijn vroegere werken uit de roze periode. De kleuren zijn hier echter feller en het gordijn ziet eruit als een in het oog springende circusaffiche, herkenbaar voor het publiek.
In Rome ontmoette Picasso Olga Kochlova, één van Diaghilevs danseressen. Olga, dochter van een Russische generaal, was een knappe, conventionele vrouw met sterke wil. Het paar is hier te zien bij de première van Parade in Parijs, in mei 1917; een jaar later trouwden ze.
In 1916 vroeg Jean Cocteau Picasso om het decor en de kostuums te ontwerpen voor een ballet dat hij had geschreven, gebaseerd op scenes uit het populaire circusleven op de Parijse boulevards. Het ballet stond onder leiding van Sergio Diaghilev, die met zijn Russisch ballet Parijs sinds 1909 had veroverd.
Cocteau en Picasso reisden in 1917 naar Rome om Diaghilev te ontmoeten en Picasso betrok een atelier in de Via Margutta. Hij werkte hard overdag en ontwierp de kostuums voor een Chinese goochelaar, een klein Amerikaans meisje, twee acrobaten en drie toneelmeesters (die over het toneel moesten rondstampen in bizarre 3 meter hoge kubistische constructies), “s nachts zocht hij het vertier op. Terug in Parijs, schilderde Picasso het podiumgordijn. Parade beleefde op 18 mei 1917 zijn première in Parijs en werd uitgejouwd met ‘sales Boches’ (‘rotmoffen’, de ergste belediging in oorlogstijd). Een nieuwe opvoering van het ballet in 1920 werd echter een daverend succes
Jean Cocteau en Sergej Pavlovitsj Diaghilev
Geboortehuis Pablo Picasso